4 tot 5 lessen van 1 uur, de kinderen maken dan 2 á 3 beestjes per kind

Benodigdheden

• Viltnaalden
• Viltnaaldhouder per kind. Alternatief: kurk insnijden en viltnaald er in klemmen, plakband er omheen om het geheel vast te houden. Uit de hand de naald gebruiken kan ook.
• Viltwol
• Piepschuimballetjes (±4cm doorsnede)
• Viltmat of spons om op te werken (spons prik je vaak snel kapot)
• Borduurzijde
• Borduurnaalden
• Prikpennen
• Spelden
• oogjes (eventueel)
• Bakjes om de spulletjes tijdens het werken in te doen
• Voorbeelden

Werkwijze

Algemeen

• Naaldvilten is een droge vilttechniek waarmee je voorwerpen van wol maakt. Met de speciale viltnaald prik je in losse wol, waardoor de wolvezels samenklitten. Het is eigenlijk een soort kleien met wol.

• Viltnaalden zijn breekbaar. Zorg ervoor dat je de naald altijd onder dezelfde hoek in het vilt prikt en er weer uit haalt. Dus niet wrikken! Anders komt er spanning op de naald te staan waardoor deze kan breken.

• Pas op je vingers: viltnaalden zijn scherp. Je moet prikpennen of spelden gebruiken om het werkje vast te houden, niet met je vingers!

• Er zijn drie soorten naalden, dun, medium en dik. Probeer gerust een andere naald als het prikken niet zo soepel gaat.

• Leg je naald en de losse onderdelen altijd in een bakje als je even niet verder werkt

• Niet zelf de wol pakken, vraag aan de leiding wat je nodig hebt.

• Meerdere laagjes over elkaar werkt beter en sneller dan een dikke laag over elkaar

• Tijdens het vilten je werkje steeds draaien, zodat je alle kanten goed vast-vilt

• Als je losse onderdelen maakt, zoals poten of oren, dan moet je altijd een stukje wol niet vilten, daarmee kan je het vast-vilten aan de rest.

   

   

  Stap 1: balletje als basis

• Begin met het bekleden van een piepschuim balletje met wol. Neem daarvoor een dunne pluk wol en vouw deze goed om het balletje heen. Even tussen je handen rollen zorgt er voor dat het al een beetje in de vorm komt.

• Dan met een viltnaald net zolang prikken totdat de wol vervilt is.

   

   

  Stap 2: losse onderdelen & afmaken

• Maak nu de losse onderdelen, zoals pootjes, oortjes of het staartje. Zorg er voor dat aan elk onderdeel een plukje wol los blijft hangen, daarmee wordt het later aan het balletje vast gezet.

• Eerst alle onderdelen maken, dan is het ’t makkelijkste om de oren en pootjes even groot te maken. Let op: ze raken gemakkelijk kwijt!

• Nu de onderdelen op het bolletje vast prikken. Als je een afwijkende kleur hebt gebruikt voor een pootje of een oortje dan kan je er altijd nog een laagje wol van de oorspronkelijke kleur overheen doen.

• Prik de oogjes er in (eventueel eerst een gaatje maken met de prikpen) of vilt de oogjes er op met kleine plukjes wol. Neusje kan ook gevilt, of met borduurzijde er op geborduurd.